tik
tik tik tiktikkerdetik tik tiktik…………… Dat
is het geluid van de ringetjes aan de laatjes van het kleine antieke
bureautje in de erker van de zitkamer in de van Eeghenstraat. Mama
schrijft, rekeningen of brieven. Wij kijken tv. Tikker
de tiktiktik, met elke handbeweging van haar ballpoint over het
papier tikken de twee ringetjes mee. Het is een vertrouwd en een vertrouwenwekkend
geluid. Ik
herinner me niet dat mijn moeder ook naar de televisie keek. Ja,
misschien even naar Open het Dorp of 1 van de 8, maar laatst zei ze nog
toen Mies bij Zomergasten was, dat ze een hekel aan Mies had. En één
keer naar een beroemde voetbalwedstrijd met Coen Moulijn, toen riep ze
telkens Coentje! Coentje!, haar enige voetbalwedstrijd, behalve 40 jaar
later haar gesprekken met haar vaste Haagse chauffeur Bart:'' hoe was
het voetbal gisteren Bart? Hoe hebben ze gespeeld?' Geen
socialer persoon dan Emmy, of Emma zoals ze zich later is gaan noemen en
zoals ze ook oorspronkelijk heet. Het gewone, sociale gesprek was haar
lust en haar leven, echt geïnteresseerd in wat ieder doet. Niks
hoogdravends of politieks. Niks geen 'Boekentaal' zoals Willem Hannig,
ook wars van gewichtigdoenerij, het noemde. Ze
kreeg op haar ziekbed een kaart van Frits van Aart, haar eeuwige
buurman: een kaart met een afbeelding erop van de Egyptische Dodengod
Ameeee-nofis las ik, "Amenooofis!!" kwam het meteen van dat
ziekbed, met een vanzelfsprekendheid en een kracht die je niet voor
mogelijk hield uit dat breekbare lijfje. Zij alleen heeft mij door mijn
Grieks en Latijn op de middelbare school heen gesleept, het was heel
gezellig zo samen op de bank een beetje Herodotus of Vergilius te
vertalen ,dat kon ze ontzettend goed, ook misschien omdat ze ze zelf
twee keer de zesde van het gymnasium had gedaan, ze was blijven zitten
omdat ze teveel aan haar toneelclub had gedaan. Ze
had best wel actrice willen worden, maar dat zou dan niet een tragische
maar wel een komische zijn geworden; met haar en André waren wij rond 1990 in Engeland en in Harrods
in London dronken wij onder het genot van een strijkje in de voorname
zaal tea met kletskopjes. Onder ons gesprekje plakte ze zo'n kletskopje,
zo'n plakkerig dun koekje op haar voorhoofd en continueerde het gesprek,
André schaamde zich een paar etages door de grond en ik was blij dat ik
zo'n rare moeder had. Non-conformisme dat stond hoog
in haar vaandel. Zo zat ze eens te breien in het Hotel Sacher in
Wenen. Mijn vader was kaartjes voor de opera aan het kopen en zij beidde
de tijd met breien in Hotel Sacher, een kopje thee erbij, schoenen uit
en kousevoeten op de stoel naast haar. Je ziet het voor je. De Ober
komt: "Maar mevrouw!" "Ja?" "In het Hotel
Sacher wordt niet gebreid!" Ze
had lak aan conventies en hoe hoort het eigenlijk. Ik heb thuis alleen
maar thee met zakjes leren zetten, maar pas later begreep ik dat zij tot
op het detail nauwkeurig wist hoe je Echte Thee moest zetten, want die
thee dronk zij als kind met haar moeder, uit echt porseleinen kopjes,
gezet in een keuken door een kokkin en twee dienstmeisjes in het
souterrain van hun huis aan de Maliebaan in Utrecht. Ze wist dus maar al
te goed hoe alles hoorde maar trok een lange neus en deed precies wat ze
zelf wilde. Charmeren
kon ze als de beste. Ze had de neiging, vooral met de Chevrolet die uit Curaçao
meegekomen was om behoorlijk hard te rijden, lekker opschieten.
En als ze dan aangehouden werd en de agent haar vroeg het raampje naar
beneden te draaien, begroette ze hem met het inmiddels gevleugelde:
"Goedemorgen Brigadier!' De agent in kwestie begon na zo'n
bevordering al zo te glunderen dat hij deze knappe vrouw alleen de
vermaning gaf: volgende keer niet zo hard hè mevrouwtje! en hij borg
zijn boekje weer in zijn borstzakje op. Even
charmant ging ze om met doktoren en de verpleegsters en verplegers: deze
keer kwam een Wim aan haar bed, een forse echt Haagse nicht met gouden
armbanden en ze zei: "zo en wat ben jij nou voor persoon, ik ben
Emma". Onder de gemene botpunctie zong zij de pijn weg
en de dokter toe met :'O doktertje doktertje wat kunt u dat goed'…En met 'Hallo
zusje' begroette ze de verpleegsters en leerde vervolgens steeds na de
overdracht hun namen uit haar hoofd om hen daarmee te adresseren als ze
iets van ze moest. De meesten waren erg lief voor haar vond ze, en ze
moest daar bijna van huilen. In
een ziekenhuis voelde ze zich veilig en had ze het gevoel dat ze niemand
van de familie of vrienden belastte. Ze was haar leven lang door dokters
omgeven, haar vader de gynaecoloog, haar eerste man de internist, haar
tweede man de huisarts, haar zoon de psychiater en haar schoonzoon nu
ook huisarts. Deze mannen stonden haar bij en gaven haar zekerheid. En
zelf was ze tenslotte als verpleegster in het NIZ, de vooroorlogse
voorloper van de CIZ, werkzaam geweest, waar ze op Shabbat stiekem de
temperatuur van de patiënten met potlood op haar gesteven manchet
schreef (op Shabbat mag je niet schrijven). Zelf had ze graag medicijnen
willen studeren maar de oorlog kwam er tussen en daarna kwamen de
kindertjes en kwam er niks meer van, maar ze was vast geen slechte arts
geweest dacht ze zelf ook altijd. Ze
hield er helemaal niet van met zichzelf bezig te zijn, dat verzuchtte ze
de laatste weken vaker. Ze vond dat niet interessant en ook dat is
typisch ons moesje. Een ongelooflijk sterke vrouw die dat van zichzelf
niet vond, die eigenlijk helemaal niet zo veel van zichzelf vond, bijna
te weinig, te bescheiden en heel empathisch. Ze
sprak zaterdag nog met haar zwager Taeke aan de telefoon in het
ziekenhuis, ik nam op een gegeven moment de hoorn van haar over en hij
zei dat hij haar zo dapper vond, en ik vond ook dat zij dapper was en
toen schudde ze heftig haar hoofd en zei: 'ik ben niet dapper, ik ben
gewoon mezelf.' Maar zij was wel dapper. Een ongelooflijke levensdrang
en levensvreugde. Nadat in 1995 de ziekte van
Kahler in haar geconstateerd was, na haar ziekbed van 8 maanden
in Groningen bij Jacqueline en Sem, heeft zij haar leven de afgelopen 6
jaar -zeg maar haar blessuretijd- meer dan geleefd: zij zette de wekker
op 's ochtends 6 uur. Waarom? vroeg ik, je kan toch lekker slapen tot,
zeg, acht uur? Nee zei ze, anders is de dag zo kort… Wanda 18/20
november 2002 Barneveld |